(Amsterdam 1882 - 1975 Groningen)
De Wit werd opgeleid aan de Industrieschool van de Maatschappij voor den Werkende Stand en de Rijksschool voor Kunstnijverheid en behaalde in 1907 zijn MO-akte. Vervolgens werd hij docent aan diezelfde Industrieschool, die onder leiding stond van B.W. Wierink, maar al in 1908 verhuisde hij naar Groningen om er leraar te worden aan Academie Minerva. Met een onderbreking in 1914-1916, toen hij in militaire dienst moest en als onderofficier in Naarden gedetacheerd werd, zou hij de rest van zijn leven in Groningen blijven wonen. Na zijn huwelijk ontwierp hij voor eigen gebruik meubels en huisraad in een constructieve stijl, maar daarna zou hij zich nooit meer op dit terrein begeven. Hij was een bekwaam en gewaardeerd docent en tot aan zijn pensionering zou hij samen met zijn collega’s F.H. Bachg en A.W. Kort, een groot aantal beginnende Noord-Nederlandse kunstenaars de beginselen van het vak bijbrengen, onder wie verschillende latere Ploeg-leden.
Daarnaast werkte hij gestaag aan zijn eigen oeuvre, waarvan hij geregeld voorbeelden, voornamelijk stadsgezichten en stillevens, op tentoonstellingen liet zien. In 1920 en 1921 nam hij als gast aan de tentoonstellingen van De Ploeg deel. Vanaf het begin van de jaren ’30 beschikte hij over een zomerhuis in Zeegse en van hieruit heeft hij veel schilderijen en tekeningen van Drentse landschappen en dorpsgezichten gemaakt.
Hoewel hij maar een paar jaar ouder was dan de oudste Ploeg-leden, heeft hij zich nooit, zoals zijn collega Kort, door hun expressionisme laten beïnvloeden en is altijd in een vrij traditionele, impressionistische stijl blijven schilderen. Daardoor is hij altijd in de schaduw van zijn veel bekender geworden leerlingen blijven staan, maar zijn werk heeft toch zoveel kwaliteit dat het niet terecht zou zijn wanneer hij alleen als leraar van de Ploeg-schilders in de herinnering blijft.
Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.