Fles, Margaretha Tekla Johanna (Etha)

(Utrecht 1857 - Bergen 1948)

Jan Veth, Portret van Etha Fles, 1886, zwart krijt, 256 mm x 201 mm, Collectie Rijksmuseum

Vaak als we het over ‘vergeten vrouwen’ in de kunst hebben, gaat het over kunstenaressen wier werk in de vergetelheid is geraakt. Minder vaak wordt gesproken over vrouwen die het kunstklimaat hebben beïnvloed door het organiseren van tentoonstellingen, het schrijven van boeken en artikelen en het leggen van contacten. Zo’n vrouw was Etha Fles, voorvechtster van moderne kunst. Hoewel ze ook een verdienstelijk kunstenares was, is haar ware erfenis de stempel die ze op de kunstwereld en de kunstgeschiedenis drukte.

Etha Fles wordt in 1857 geboren in Utrecht, in een gegoede familie waar kunst, muziek en literatuur belangrijk zijn. Als ze in 1880 begint aan de Rijksakademie voor Beelden Kunsten in Amsterdam sluit ze zich aan bij de Tachtigers. Ze raakt bevriend met Rik Roland Holst, Jan Toorop, Frederik van Eeden en vele anderen. Samen met hen keert ze zich af van het burgerlijke en traditionele in de kunst. De kunstenaar moet gezien worden als autonoom genie, die kunst maakt die uit hem (of haar) zelf komt, vinden de Tachtigers. Etha Fles omarmt daarom meteen het impressionisme en begint zelf ook in deze stijl te werken.

Etha Fles, Landschap met molen en zolderschuit, circa 1885, ets, 188 mm x 295 mm, Collectie Museum Boijmans van Beuningen

Anderzijds voelt Fles zich ook aangetrokken tot de Engelse Arts and Crafts-beweging, die de traditionele ambachtskunst wil herstellen. De vele etsen die ze maakt komen voort uit deze waardering voor ‘oude’ technieken en ambachten. Ook de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de kunstenaar wordt benadrukt door de Arts and Crafts-beweging. In haar boek Inleiding tot een kunstgeschiedenis uit 1903 voert deze denkwijze de boventoon. Fles benadrukt dat kunst onlosmakelijk verbonden is met maatschappelijke verhoudingen. Kunst mag niet té subjectief zijn en moet juist gaan over de wereld om ons heen. Toch blijft haar mystieke kant in dit boek ook aanwezig, bijvoorbeeld in de bewering dat kunst ‘Een passie is, een heilige liefde, die schoonheid baart, te wonderbaarlijk gecompliceerd om haar wezen te kunnen verklaren.’

Etha Fles begint vanaf 1891 baanbrekende tentoonstellingen te organiseren in Utrecht. Ze toont hedendaagse kunst van Nederlandse kunstenaars met een relatief grote rol voor vrouwelijke kunstenaars. De inrichting van de tentoonstelling is onconventioneel en de werken die ze tentoonstelt zijn vaak nog onbekend. Ze oogst lof met deze moderne aanpak en dat geeft haar carrière vaart. In 1885 richt ze de vereniging Voor de Kunst op, met als doel de hedendaagse kunst uit de elitaire sfeer te halen en te presenteren aan een groot publiek. Ze schrijft vervolgens artikelen en boeken over kunst, doorkruist Europa en organiseert meerdere tentoonstellingen. Ze gebruikt daarvoor haar grote netwerk, doet aan ‘marketing’ avant la lettre en ook haar familiekapitaal is in deze missie vaak behulpzaam. Uit haar geschreven werk en de secundaire literatuur over Etha Fles rijst het beeld op van een eigengereide, doortastende vrouw die zich door niets en niemand laat tegenhouden. Anderzijds is ze ook hartstochtelijk en soms wat mystiek. Ze leeft voor de kunst.

Medardo Rosso, Kind in de zon, 1892, gips en was, 34,5 x 22 x 18 cm, Collectie Kröller-Müller Museum

Tijdens de wereldtentoonstelling in Parijs in 1900, waar Etha Fles heengaat als ze al een gevierd organisator is van tentoonstellingen van hedendaagse kunst, ontmoet ze Medardo Rosso (1858-1928), een Italiaanse beeldhouwer die in de impressionistische stijl werkt. Fles vindt in Medardo Rosso meteen haar zielsverwant. Ook hij ‘leeft voor de kunst’ en zet zich af tegen het traditionele kunstklimaat. Juist de beeldhouwkunst moet die stap naar de nieuwe tijd nog maken, en Rosso is volgens Fles de eerste die dat doet. Etha Fles ontpopt zich als promotor en ‘beschermvrouwe’ van Rosso. Ze neemt zijn werken op in haar eigen tentoonstellingen, koopt zijn werk, reist met hem Europa door, schrijft stukken over hem en zorgt dat hij bekend wordt bij een groot publiek.

Etha Fles in haar studio in Rome, 1911, Collectie RKD

Ze woont in Parijs, Londen, Rome en Zwitserland. Na de Eerste Wereldoorlog keert ze terug naar Rome en woont daar lange tijd met Agatha Verkroost, een boerendochter die ze als pleegdochter aanneemt en onderwijst. In Rome schrijft ze over de stad en tekent en etst ze haar ‘Album Roma’. In 1934 keert ze samen met Agatha Verkroost terug naar Bergen, waar haar villa De Zonnebloem staat, die ze in 1906 door Berlage heeft laten bouwen. Daar brengt ze haar laatste levensjaren door, omringd door bevriende kunstenaars en haar ‘levensgezellin’ Verkroost. Fles sterft in 1948.

Auteur: Laura Lubbers

Literatuur:
Etha Fles, Drie visionnaire kunstenaars van onzen tijd. Medardo Rosso, Gerardo Dottori, Ernesto Masuelli, Haarlem 1936.
Margaret Scolari Barr, ‘Medardo Rosso and his Dutch patroness Etha Fles’. In: Nederlands kunsthistorisch jaarboek 13 (1962), 217-251.