(Rotterdam 1885 - 1980 Amsterdam)
Briedé kreeg eerst privéles van D.G. Ezerman (1848-1913) en A.W.M. Odé (1865-1955) en bezocht daarna voor korte tijd de Haagse en Rotterdamse academies, de Quellinusschool te Amsterdam en de Kunstnijverheidsschool te Haarlem. Op deze laatste school kreeg hij onder meer les van Chris Lebeau. Ook later zou hij nog regelmatig aanwijzingen krijgen van Lebeau, evenals van L.W.R. Wenckebach, met wie hij eveneens bevriend raakte. In het begin van zijn loopbaan woonde Briedé achtereenvolgens in Rotterdam, Den Haag, Leiden, Haarlem en Rijswijk, totdat hij zich in 1916 in Laren vestigde. Van daaruit maakte hij vele tochten door Nederland en bezocht hij Frankrijk, Italië en Spanje. In 1959 verhuisde hij tenslotte naar Amsterdam.
Briedé begon zijn loopbaan rond 1910 als illustrator en bandontwerper voor de uitgeverij W.H. & J. Brusse te Rotterdam, waar hij onder andere aan enkele boeken van H.P. Berlage meewerkte. Vaak werkte hij er samen met Sjoerd de Roos, die jarenlang verantwoordelijk was voor de grafische vormgeving bij deze uitgeverij. In 1915 gaf Brusse een bundel uit met tekeningen die Briedé in de voorgaande jaren van oude gebouwen in het centrum van Rotterdam had gemaakt en met deze uitgave had hij veel succes. Ook de illustraties die hij rond 1920 tekende bij de verhalen van de Engelse science-fictionschrijver H.G. Wells kregen veel waardering, onder meer van de auteur zelf. Ondertussen was hij daarnaast sinds 1913 geregeld werkzaam als archeologisch tekenaar voor het Museum van Oudheden in Leiden. Verder ontwierp hij allerlei gebruiks- en reclamedrukwerk, met name voor de gemeente Amsterdam en voor de cacaofabriek van Van Houten te Weesp (zo verzorgde hij o.a. de vormgeving van Ons Eigen Tijdschrift, dat door de fabriek onder haar jeugdige klanten werd verspreid). Tevens vervaardigde hij verscheidene ex-librissen en, tussen 1932 en 1941, een serie gelithografeerde kalenders met platen van bloemen en planten. Het tekenen van letters was een ware specialiteit van hem, maar in tegenstelling tot zijn vriend De Roos, heeft hij nooit nieuwe drukletters ontworpen. Wel verzorgde hij soms de belettering in het werk van andere kunstenaars; zo tekende hij voor R.N. Roland Holst de teksten op enkele van diens affiches.
Behalve als illustrator en grafisch ontwerper was Briedé ook actief als ‘vrij’ schilder en tekenaar, voornamelijk van landschappen en natuurtaferelen. In 1927 maakte hij een serie tekeningen en schilderijen van het hunebed bij Eexterhalte tijdens de opgraving ervan door A.E. van Giffen, die hij had leren kennen door zijn werk als archeologisch tekenaar. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg het ‘vrije’ werk de overhand binnen zijn oeuvre, omdat hij steeds minder opdrachten kreeg voor illustraties en grafisch werk. Bij zijn overlijden, op 95-jarige leeftijd, was hij vrijwel vergeten, maar tegenwoordig wordt zijn werk weer zeer gewaardeerd en geldt hij vooral als illustrator en grafisch vormgever als een vooraanstaand vertegenwoordiger van zijn tijd.
Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.