Berlage, Hendrik Petrus

(Amsterdam 1856 - 1934 Den Haag)

a. Decorontwerp uit de Gijsbreght van Aemstel-map, 1893; kleurenlitho, 30 x 21,5.

Aanvankelijk wilde Berlage, wiens vader hoofd van de Amsterdamse burgerlijke stand was, schilder worden, maar na een jaar studie aan de Rijksakademie te Amsterdam, koos hij voor de architectuur. Van 1875 tot 1878 studeerde hij aan de Polytechnische School in Zürich, waar hij sterk doordrongen werd van de ideeën van Gottfried Semper, die daar tot 1871 directeur was geweest. Na een studiereis door Duitsland en Italië vestigde Berlage zich in 1881 als architect in Amsterdam, waar hij in 1886 tevens leraar aan de Quellinusschool werd (tot 1895). Zijn eerste ontwerpen waren nog sterk historiserend van aard, maar rond 1890 begon hij steeds meer te twijfelen aan de waarde van de tot dan gangbare neo-stijlen. In een tweetal kantoorgebouwen voor verzekeringsmaatschappijen ontwikkelde hij in de eerste helft van de jaren ’90 een geheel eigen, voor die tijd zeer baanbrekende stijl, die gekenmerkt wordt door strenge, sobere grondvormen. Deze zijn overwegend opgetrokken in baksteen, dat niet meer achter natuursteen of stucwerk verborgen zit. Hij reduceerde sterk het gebruik van decoratieve elementen, die hij bovendien zo aanbracht dat ze de constructie accentueerden en er één geheel mee vormden.
Deze principes werkte Berlage verder uit in de ontwerpen voor zijn beroemde Beursgebouw (gebouwd 1896-1903), dat algemeen gezien wordt als een hoogtepunt in de Nederlandse architectuur van de 20ste eeuw. Opvallend is hier het uiterst sobere gebruik van sculptuur (van de hand van L. Zijl) die vrijwel nergens buiten de vlakken van de gevels uitsteekt. Ook het interieur van de beurs werd geheel vormgegeven naar de ideeën van Berlage, die daarbij de medewerking kreeg van o.a. Jan Toorop (tegeltableaus), Antoon Derkinderen (glas-in-lood-raam), Richard Roland Holst (wandschilderingen) en de dichter Albert Verwey. Deze laatste schreef de programmatische teksten waardoor de decorateurs zich moesten laten inspireren. De meubilering, met hier en daar snijwerk van Joseph Mendes da Costa, werd grotendeels door Berlage zelf ontworpen. Eenzelfde opvatting over het gebouw als ‘Gesamtkunstwerk’ kenmerkt, zij het op kleinere schaal, zijn ongeveer tegelijk met de Beurs gebouwde hoofdkantoor van de Algemeene Nederlandsche Diamantbewerkers Bond, eveneens in Amsterdam (1897-1900).

b. Schrijfbureau (uitvoering ’t Binnenhuis), ca. 1905; eikenhout, met ebbenhouten ornamenten, 143 x 106 x 74.

Na de voltooiing van de beurs gold Berlage als de belangrijkste moderne architect van Nederland en als aanvoerder van de zogenoemde ‘constructieve’ richting in architectuur en toegepaste kunst. In het verdere verloop van zijn succesvolle carrière zouden nog vele eervolle opdrachten volgen, waaronder verscheidene grote kantoorgebouwen en wooncomplexen, het spectaculaire jachtslot ‘Sint Hubertus’ (1914-20) van de familie Kröller-Müller op de Hoge Veluwe bij Otterlo, de Christian Science kerk in Den Haag (1925-1928) en, als een van zijn laatste projecten, het Haags Gemeentemuseum (1928-1935). Voorts was Berlage, die zijn opvattingen in een groot aantal lezingen en publicaties heeft uitgedragen, ook op stedebouwkundig terrein zeer actief. Hij ontwierp uitbreidingsplannen voor diverse gemeenten, met als hoogtepunt het zogenoemde ‘Plan Zuid’ in Amsterdam, waaraan hij met tussenpozen van 1900 tot 1917 heeft gewerkt. Het wordt nog steeds gezien als een zeer geslaagd voorbeeld van moderne planologie.

c. Haardklok (uitvoering Becht &amo; Dyserinck), 1901; messing, hoogte 36.

Naast zijn werkzaamheden als architect en stedebouwkundige heeft Berlage steeds meubels en ander huisraad ontworpen, veelal voor gebruik in door hem ontworpen gebouwen, maar soms ook los daarvan. Samen met o.a. W.C. Hoeker en Jac. van den Bosch richtte hij in 1900 de coöperatieve woninginrichtingsfirma ’t Binnenhuis op, om van daaruit zijn ontwerpen en die van andere, gelijkgestemde kunstenaars aan de man te brengen. Totdat hij in 1913 naar Den Haag verhuisde, was hij een van de directeuren van deze firma. Hij ontwierp verder nog ceramiek en glaswerk en heeft, voornamelijk in het begin van zijn loopbaan, ook boeken en drukwerk vormgegeven. Voor de Gijsbreght van Aemstel-map van Derkinderen tekende hij enkele toneeldecors.

Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.

Copyright afbeeldingen:
abc. Tom Haartsen, Ouderkerk a/d Amstel