Lebeau, Joris Johannes Christiaan (Chris)

(Amsterdam 1878 - 1945 Dachau)

a. Zelfportret, 1919; houtsnede, 44,5 x 30,7.

Lebeau werd van 1892 tot 1899 tot decoratieschilder en ontwerper opgeleid aan de Quellinusschool en de Rijksschool voor Kunstnijverheid. Vervolgens werkte hij mee aan de decoratie van het Nederlandse paviljoen op de Wereldtentoonstelling te Parijs in 1900. Enkele van zijn ontwerpen werden hier uitgevoerd in de batik-techniek, een van oorsprong oude Javaans procédé om textiel te verven, dat kort voor de eeuwwisseling door Nederlandse kunstenaars was ontdekt als artistiek medium. In de jaren daarna ging Lebeau het batikken geheel eigenhandig beoefenen en hij werd in korte tijd de meest vooraanstaande beoefenaar van deze techniek, met een reputatie die tot ver in het buitenland reikte. Vooral zijn gebatikte kamerschermen trokken op diverse internationale exposities veel aandacht.

b. Driedelig kamerscherm (het raamwerk is ontworpen door Jac. Van den Bosch), 1905; gebatikte zijde in mahoniehouten raamwerk, 221 x 240 x 4 (in opgevouwen toestand).

Vanaf 1903 hield hij zich ook bezig met het ontwerpen van industrieel geproduceerde textiel. Zijn belangrijkste opdrachtgever was de firma E.J.F. van Dissel & Zonen te Eindhoven, waarvoor hij tot aan de Tweede Wereldoorlog heeft gewerkt en waarvoor hij vooral damasten tafellinnen heeft vormgegeven. Net als bij zijn batikwerk heeft hij zijn ontwerpen hiervoor steeds gebaseerd op een strak geometrisch basispatroon, waarvan alle ornamentiek is afgeleid. Hij is daarmee een van de meest consequente vertegenwoordigers geweest van de constructieve richting.

c. Affiche Hamlet, 1914; kleurenlitho, 125 x 94.

Daarnaast was Lebeau vanaf het begin van zijn loopbaan werkzaam als tekenaar en graficus, vooral van portretten. Verder ontwierp hij affiches, boekomslagen en allerhande drukwerk. In de periode 1914-1917 was hij in dienst van het toneelgezelschap van de theatervernieuwer Eduard Verkade, voor wie hij o.a. decors, kostuums en affiches ontwierp. In 1914 maakte hij met dit gezelschap een reis naar Nederlands-Indië. In de jaren ’20 verbreedde Lebeau, die ondertussen in Den Haag was gaan wonen, zijn werkterrein nog verder.

d. Vaas (unica) met meerkleurige decoratie (uitvoering Moser und Sohne), 1926; geblazen glas, hoogte 29.

Hij ging glas ontwerpen voor de Glasfabriek Leerdam (1924/25) en vervolgens voor de glasfabriek van Ludwig Moser te Adolf bij Winterberg in Bohemen (1926, 1927 en 1929). De glazen unica, die daar onder zijn leiding zijn ontstaan, met hun aan sneeuwvlokken herinnerende craquelé-versiering, gelden als hoogtepunten uit de Europese Art Deco (zie ook afb. 00). In de jaren ’20 werd hij ook als monumentaal kunstenaar actief. Zo verzorgde hij onder meer het complete interieur van een bioscoop (het Asta-theater in Den Haag, 1921) en vervaardigdehij glas-in-lood-ramen en muurschilderingen voor de eersteklas-trouwzaal in het Amsterdamse stadhuis (1926/27).

e. Ontwerp voor damasten tafellinnen, ca. 1910; O.I.-inkt, 56 x 46.

Ondertussen bleef hij tevens werkzaam als grafisch ontwerper; bekend zijn uit deze tijd vooral zijn postzegelontwerpen (meerdere series, vanaf 1920). Nadat hij al eerder incidenteel met olieverf had gewerkt, werd hij na circa 1930 ook nog een productief portretschilder.

Lebeau heeft op een groot aantal andere kunstenaars invloed uitgeoefend. Veel bevriende collega’s heeft hij ingewijd in verschillende technieken, zowel op het gebied van de ‘vrije’ als de toegepaste kunst, terwijl hij van 1904 tot 1914 docent was aan de Kunstnijverheidsschool te Haarlem. Ook buiten de kunstwereld was hij actief.

f. Portret van Sixta Heddema, 1934; olieverf op doek, 63 x 52.

Afkomstig uit een arm arbeidersgezin, waarvan de vader veel dronk, was hij van jongs af aan overtuigd anarchist, vegetariër en geheelonthouder. In de Tweede Wereldoorlog werd hij actief in het verzet, hetgeen leidde tot zijn arrestatie door de Duitsers in 1943. In 1945, kort voor het einde van de oorlog, is hij van honger en uitputting omgekomen in het concentratiekamp Dachau, waar hij tot het laatst aan toe weigerde het vegetarisme op te geven.

Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.

Copyright afbeeldingen:
a. Fotodienst Provincie Drenthe
bcde. Tom Haartsen, Ouderkerk a/d Amstel
f. JAV Studio’s, Assen