(Den Hoorn (Texel) 1873 - 1956 Den Haag)
Bakels, die werd geboren als zoon van een doopsgezinde dominee, studeerde na het gymnasium rechten aan de Universiteit van Amsterdam, ook al toonde hij van jongs af aan veel belangstelling voor tekenen. Na zijn promotie tot doctor in de rechten (1899) ging hij werken bij de gemeente Amsterdam. In 1903 trouwde hij met de dochter van een rijke Twentse textielmagnaat en vervolgens zegde hij zijn ambtelijke loopbaan vaarwel om zich voortaan geheel aan de schilderkunst te wijden. In korte tijd leerde hij zichzelf de kneepjes van het vak en vanaf 1907, het jaar waarin hij zich in Den Haag vestigde, trad hij met zijn werk op tentoonstellingen naar buiten. Binnen enkele jaren ontwikkelde hij een duidelijk eigen stijl, die hij de rest van zijn loopbaan trouw zou blijven en die het best gekarakteriseerd kan worden als een breed soort pointillisme met een zeer uitgesproken koloriet. Al gauw trok hij daarmee de – overwegend welwillende – aandacht van de critici en werd hij een geziene figuur in de Haagse kunstwereld.
Bakels’ oeuvre omvat landschappen – vaak geschilderd op zijn geboorte-eiland Texel waarheen hij geregeld terugkeerde -, stadsgezichten, rivier- en zeegezichten en haventaferelen, welke laatste een waar specialisme van hem waren. Op latere leeftijd werd hij daarnaast ook nog een succesvol portretschilder. Vanwege zijn juridische achtergrond werd hij vaak gevraagd voor commissies en besturen. Zo was hij van 1923 tot 1925 secretaris van Pulchri Studio (waarvan hij vanaf 1914 lid was), vanaf 1919 lid en van 1932 tot 1942 voorzitter van de Raad van Bestuur van de Haagse Academie, en vanaf 1927 lid van de Commissie van Advies van het Haags Gemeentemuseum. In die laatste hoedanigheid was hij nauw betrokken bij de bouw van het nieuwe museumcomplex naar ontwerp van H.P. Berlage (1928-35). Bakels was een vaardig (feest)redenaar en heeft ook enkele publicaties over schilderkunst op zijn naam staan, waaronder een monografie over W.B. Tholen, die een goede vriend van hem was.
Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.