(Den Haag 1873 - 1935 Amsterdam)
Maris was de oudste zoon van Willem Maris, de befaamde schilder uit de Haagse School, van wie hij zijn eerste tekenlessen kreeg. Van 1892 tot 1895 bezocht hij de academie in Den Haag, waarna hij zijn opleiding afrondde in Antwerpen. Daarna maakte hij reizen naar Frankrijk, waar hij enige tijd in Parijs verbleef, Zwitserland en Italië. In 1900 keerde hij terug naar Nederland, waar hij in Weesp ging wonen, en werd lid van Sint Lucas en Arti et Amicitiae. Het jaar daarop maakte hij opnieuw een lange reis, door onder meer Duitsland en Frankrijk, waarna hij zich definitief in Amsterdam vestigde. Zijn huis werd nu de ontmoetingsplaats voor een kring van jonge kunstenaars, onder wie Lizzy Ansingh (1875-1959), A.M. Gorter (1866-1933), Piet Mondriaan en Marinus van Raalte, met wie hij vaak in de omgeving van de stad landschapsstudies ging maken. In 1903 maakte hij samen met Mondriaan en een andere vriend een reis naar Spanje.
In 1904/05 was Maris voorzitter van Sint Lucas, maar nadat hij in 1907 stemhebbend lid van Arti was geworden, werd hij vooral binnen deze vereniging actief. Hij had er zitting in verscheidene commissies, was van 1919 tot 1924 vice-voorzitter en vertegenwoordigde Arti in verschillende landelijke organisaties (zo was hij o.a. betrokken bij de organisatie van tentoonstellingen van Nederlandse kunst in het buitenland). Ondertussen ontwikkelde hij zich langzamerhand tot een veelgevraagd portretschilder, wiens vlotte, zwierige stijl veel waardering oogstte in de betere kringen, ook al verweten critici hem soms een te grote oppervlakkigheid. Daarnaast had hij veel succes met zijn schilderijen van elegante vrouwen en van moeders met kinderen, waarvoor hij meestal zijn eigen gezinsleden als modellen gebruikte. Ongetwijfeld heeft hij er bewust voor gekozen zich op deze onderwerpen toe te leggen, in de wetenschap dat hij met andere onderwerpen de vergelijking met zijn vader nooit zou kunnen doorstaan.
Behalve schilder is Maris ook kunsthandelaar geweest. Hij verkocht vooral oude schilderkunst, maarzo nu en dan ook werk van tijdgenoten. Daaronder schilderijen en tekeningen van Mondriaan, met wie hij tot aan zijn dood bevriend is gebleven. Maris en zijn vrouw zochten Mondriaan meerdere malen op in Parijs, waar hun vriend hen dan graag mee uit nam, het nachtleven in. Met de dood van Maris kwam er een einde aan de opmerkelijke vriendschap tussen deze overtuigde traditionalist en één van de belangrijkste abstracte schilders van zijn tijd.
Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.