(Amsterdam 1870 - 1911 Hilversum)
Dupont, wiens vader ‘in de handel zat’, kreeg zijn opleiding op de Quellinusschool (slechts enkele maanden in 1883), de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers (1887-1890) en de Rijksakademie (1889-1893), alledrie te Amsterdam. Daarna gaf hij enige tijd les aan de Teekenschool voor Kunstambachten. Nadat hij al eerder enkele maanden in Londen en Parijs had gewerkt, vestigde hij zich in 1896 voor langere tijd in die laatste stad. Hier ging hij zich vooral op het etsen toeleggen en vanaf 1898 ook op het graveren in koper, al bleef hij daarnaast incidenteel schilderen.
Hij was de eerste Nederlandse kunstenaar van zijn tijd die de graveertechniek weer ging beoefenen, nadat deze sedert het midden van de 19de eeuw in onbruik was geraakt. In 1899, 1900 en 1901 kreeg hij een Koninklijke Subsidie waardoor hij in staat werd gesteld zijn verblijf in Frankrijk te continueren en vanaf 1900 op het platteland buiten Parijs te gaan wonen (in Nogent sur Marne). In datzelfde jaar kwam zijn definitieve doorbraak, toen hij voor zijn gravure ‘Ploegpaard’ een gouden medaille kreeg op de Wereldtentoonstelling in Parijs. Vervolgens had hij veel succes met zijn gravures op diverse andere grote tentoonstellingen (gouden medailles in München in 1901 en 1910 en in Saint Louis in 1904; andere bekroningen o.a. in Barcelona in 1904 en in Brussel in 1906). Hij bleef daarnaast veel etsen maken: stadsgezichten, landschappen, portretten, dieren en vooral taferelen met werkende mensen en trekpaarden. Voorts heeft hij enkele bankbiljetten en postzegels gegraveerd (deels naar ontwerpen van anderen), niet alleen voor Nederland maar ook voor Brazilië en Perzië. Zijn werk wordt gekenmerkt door een sterke lineariteit en een grote technische beheersing.
In 1902 werd Dupont benoemd tot hoogleraar in de grafische technieken aan de Rijksakademie. Hij keerde terug naar Nederland, waar hij ging wonen in Hilversum. Al heeft zijn hoogleraarschap door zijn voortijdige overlijden in 1911, na een korte ziekte, niet erg lang geduurd, toch heeft hij een zeer belangrijke rol gespeeld bij de opbloei van de belangstelling voor de grafiek in Nederland aan het begin van de 20ste eeuw, en speciaal voor de kopergravure.
Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.