(Ambon 1865 - 1950 Den Haag)
Een van de opmerkelijkste producenten van Art Nouveau-metaalwerk in Oost-Nederland is de firma G. Dikkers & Co, ‘Fabrikant van Appendages voor Machines en Stoomketels’, uit Hengelo geweest. Kennelijk had deze firma rond 1900 een directielid dat er brood in zag naast onderdelen voor machines ook kleinere sier- en gebruiksvoorwerpen in koper en messing te gaan produceren. Misschien is dat te verklaren uit het feit dat er een relatie bestond tussen de familie Dikkers en Jan Eisenloeffel, ook al heeft deze, voor zover was na te gaan, nooit voor Dikkers gewerkt. Pas recentelijk is komen vast te staan dat de ontwerper van het metaalwerk Johanna van Eybergen is geweest. Zij was opgeleid aan de Haagse academie en is voor zover bekend in deze tijd de enige vrouwelijke ontwerper van metalen sier- en gebruiksvoorwerpen in Nederland geweest. Van 1906 tot ca. 1920 was ze lid van de VANK.
Van Eybergens decoraties zijn meestal opgebouwd uit repeterende, gestileerde motieven uit de natuur (vaak insecten). De dagelijkse leiding over de productie was tot 1906 in handen van M.J. Vermeulen en daarna van A.J. Dijkhof, een oud-leerling van de Haarlemse Kunstnijverheidsschool. Van Eybergen hield echter zelf toezicht op de kwaliteit en woonde daarom van 1904 tot 1909 in Hengelo; daarna werd ze tekenlerares in Alkmaar (tot 1930). Gezien de geringe verspreiding van de voorwerpen, zal de productie tot deze jaren beperkt zijn gebleven en niet van grote omvang zijn geweest. De kwaliteit van de vormgeving is echter hoog en kan de vergelijking met die van bekendere firma’s en ontwerpers – inclusief Eisenloeffel – zeker doorstaan.
Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.