(Arnhem 1863 - Loosduinen 1901)
Na opleidingen aan de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers en de Rijksakademie van Beeldende Kunsten te Amsterdam, is kunstenaar en ontwerper Michel Duco Crop vanaf 1886 als docent verbonden aan de Haarlemse School voor Kunstnijverheid. Daar is onder meer Arnold Willem Kort een leerling van hem.
Duco Crop is groot liefhebber van de natuur. Voor zijn lessen in Haarlem gaat hij dan ook geregeld met zijn studenten naar buiten. Tijdens het wandelen wijst hij hen dan op de schoonheid van de bloemen en planten, en op de motieven die zij bevatten. Het aan de natuur ontleende lijnenspel staat aan de basis van de sierlijke ornamentiek die onder invloed van de Britse Arts & Craftsbeweging ook bij Nederlandse kunstenaars als Duco Crop in zwang geraakt.
En net als veel van zijn tijdgenoten raakt Duco Crop niet alleen in de ban van de esthetische principes van Arts & Crafts maar ook van de socialistische idealen die eraan ten grondslag liggen. Door bemiddeling van Jan Veth, heraut van de ‘nieuwe kunst’ in Nederland en vertaler van Walter Crane’s The Claims of Decorative Art, krijgt Duco Crop vanaf 1894 de opdracht cretonnes te ontwerpen voor de Helmondse katoendrukkerij Van Vlissingen. Deze opdracht behoort tot de eerste samenwerkingsverbanden tussen kunstenaar en fabrikant in Nederland. Enkele voorbeelden van deze samenwerking bevinden zich nu in de collectie van Kunstmuseum Den Haag.
De industrieel uitgevoerde ontwerpen zouden zeer betaalbaar moeten zijn, schoonheid voor een groot publiek bereikbaar. Van een groot commercieel succes is echter geen sprake, ondanks een presentatie van Duco Crops ontwerpen in de Haagse Kunstkring. Het Nederlandse publiek lijkt nog niet ontvankelijk voor dergelijke ‘luxe’ interieurproducten, althans niet voor die van Nederlandse makelij.
Succesvoller is de samenwerking met ’t Binnenhuis, enkele jaren later. In 1900 wordt Duco Crop door Jac. van den Bosch gevraagd stoffen te leveren voor de verkoop in deze vooruitstrevende Amsterdamse interieurwinkel. De door Van Vlissingen uitgevoerde cretonnes en gordijnen worden nu wel verkocht, later maakt Duco Crop ook nieuwe ontwerpen voor ’t Binnenhuis. In deze fase versobert zijn zwierige ornamentiek tot een strakker geometrisch lijnenspel. Zijn werk maakt deel uit van het interieur dat te zien is op de Eerste internationale tentoonstelling van moderne decoratieve kunst te Turijn in 1902. De kunstenaar heeft dat zelf helaas niet mee mogen maken.
Pas 38 jaar oud is Michel Duco Crop wanneer hij in 1901 overlijdt aan de gevolgen van wat in de eigentijdse berichten een ‘zielsziekte’ en ‘vreeselijke hersenziekte’ genoemd wordt. Nog in datzelfde jaar wijdt de Haagse Kunstkring een grote tentoonstelling aan zijn werk – de catalogus telt 177 getitelde objecten. Dit overzicht van talloze plant- en dierstudies, landschappen, een aantal figuurstudies en diverse (ontwerpen voor) katoendrukken moet daar toch een goed inzicht hebben gegeven in het talent en de potentie van deze jonggestorven kunstenaar. Sindsdien zijn voorbeelden van zijn werk opgenomen in diverse openbare collecties waaronder Stedelijk Museum Amsterdam, Kunstmuseum Den Haag en Textielmuseum in Tilburg.
In 1899 trouwt Duco Crop met de socialiste Liede Tilanus. Het huwelijk blijft kinderloos. Na Duco Crops overlijden hertrouwt Tilanus met edelsmid Jan Eisenloeffel.
Auteur: Thijs de Raedt