Cohen Gosschalk, Johan Henri Gustaaf (Johan)

(Zwolle 1873 - 1912 Amsterdam)

a. Vignetontwerp, 1899; O.I.-inkt, 6 x 19.

Cohen Gosschalk (de naam Gosschalk werd overigens pas in 1901 aan zijn achternaam toegevoegd), die de zoon was van een gegoede joodse boterhandelaar, werd aanvankelijk opgeleid tot jurist in Amsterdam, waar hij in 1896 promoveerde op het proefschrift Beleediging door caricaturen. Uit dit onderwerp valt een artistieke interesse op te maken en dat is terecht, want tekenen was van jongs af aan zijn ware liefde. Na zijn promotie zei Cohen Gosschalk de rechten vaarwel om zich geheel toe te leggen op de beeldende kunst. Hij nam tekenles bij Jan Veth, die hem ook inwijdde in de technieken van het etsen en lithograferen. Het schilderen leerde Cohen Gosschalk zich enige jaren later zelf. Daarnaast werd hij actief als publicist en kunstcriticus, onder meer voor De Kroniek en later ook voor Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift en Onze Kunst.

b. Portret van jonge boerin, ca. 1900; zwart krijt en waterverf, 51 x 38,5.

Nadat Cohen Gosschalk in 1900 in Bussum was gaan wonen, maakte hij daar kennis met Johanna Bonger (1862-1925), de weduwe van Theo van Gogh (de jongere broer van Vincent van Gogh), met wie hij het jaar daarop in het huwelijk trad. Samen met haar ging hij zich inzetten om het werk van Vincent onder de aandacht van het publiek te brengen. Zo schreef hij enkele uitvoerige artikelen over Van Gogh, waarbij hij zich, als een van de eerste auteurs over diens werk, baseerde op de brieven aan Theo, en stelde hij de catalogus samen van de grote Van Gogh-overzichtstentoonstelling in het Amsterdamse Stedelijk Museum in 1905.

c. Portret van Jo van Gogh-Bonger, ca. 1905; houtskool, pastel en waterverf, 35 x 33.

Rond deze tijd begon de gezondheid van Cohen Gosschalk, die altijd al zwak was geweest, te verslechteren. Hij kon steeds minder werken, werd bedlegerig en moest regelmatig in ziekenhuizen en sanatoria opgenomen worden. In 1912 overleed hij op nog maar 37-jarige leeftijd. Hij liet een klein oeuvre na, dat naast enkele kleurige, impressionistische landschappen een groot aantal doorwerkte, realistische portretten omvat, meestal in krijt of pastel. Daaronder bevinden zich verscheidene van zijn vrouw Johanna en van zijn stiefzoon Vincent Willem van Gogh, de latere stichter van het Van Gogh Museum.

Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.

Copyright afbeeldingen:
abc. Fotodienst Provincie Drenthe