Blaaderen, Gerrit Willem van

(Nieuwer-Amstel 1873 - 1935 Bergen NH)

Seine kade – Wasvrouwen aan de Seine, 1908, olieverf op doek, 50 x 61 cm, collectie Stichting Schone Kunsten 1900 / Drents Museum

Gerrit Willem van Blaaderen werd geboren in Nieuwer-Amstel als zoon van een welgestelde landeigenaar. Hij studeerde achtereenvolgens aan de Kunst-Nijverheid-Teekenschool Quellinus in Amsterdam, aan de School voor bouwkunde, versierende kunsten en kunstambachten in Haarlem, aan de Rijksacademie van Beeldende Kunsten in Amsterdam en aan de Antwerpse Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Na zijn opleiding zocht Van Blaaderen aansluiting bij de Larense schilders. Van Blaaderen werd lid van enkele kunstenaarsverenigingen: Kunst Zij Ons Doel in Haarlem, St. Lucas en Arti et Amicitiae in Amsterdam en de Gooise club De Tien. In Laren schilderde hij naar voorbeeld van Anton Mauve (1838-1888) vooral het boerenleven in de natuur. Zijn werk uit Laren werd in 1904 en 1905 beloond met de Koninklijke subsidie voor jonge kunstenaars.
In 1905 huwde Van Blaaderen de kunstenares Riet Hoogendijk (1874-1942). Zij was de zus van Cornelis Hoogendijk (1866-1911), die een indrukwekkende collectie van zo’n 1000 kunstwerken bezat. Oude kunst, maar ook op dat moment zeer modern werk van onder meer Monet, Redon, Cézanne (34 werken) en Van Gogh (12 schilderijen en 4 tekeningen). Vooral de schilderijen van Sisley, Van Gogh en Cézanne hebben invloed gehad op Van Blaaderen.
Vanaf 1906 nam Van Blaaderen afstand van de stijl van de Larense schilders. Hij reisde onder meer naar Parijs en Samois-sur-Seine en ging een lichter, luministisch en impressionistisch palet gebruiken. Hij behoorde daarmee in Nederland tot de gematigd modernen. In Huizen liet het echtpaar door architect De Bazel een landhuis bouwen, volgens Berlage het beste buitenhuis dat De Bazel had ontworpen. De tuin werd in architectonische stijl aangelegd door Dirk Tersteeg (1876-1942). Voor de inrichting werd gebruik gemaakt van de werkplaats De Ploeg uit Amsterdam.

Huis met kippen, 1924, olieverf op doek, 100 x 120 cm, particuliere collectie

Door ziekte van Cornelis Hoogendijk kwam het beheer van de collectie in handen van het echtpaar Van Blaaderen en hun zwager Ferdinand Kranenburg (1870-1949). De collectie werd in 1906 door hen in bruikleen gegeven aan het Rijksmuseum dat daaruit een selectie mocht maken. In de daarop volgende jaren werd een groot deel van de collectie op veilingen verkocht. In 1912 werden 62 werken aan het Rijksmuseum geschonken.
Van Blaaderen trok veel op met zijn kunstenaarsvrienden Hendrik Jan Wolter, Kees Maks en Leo Gestel. Uit onvrede met het tentoonstellingsbeleid van de bestaande kunstenaarsverenigingen richtte hij met hen in 1913 de Hollandsche Kunstenaarskring op. In 1915 scheidden Van Blaaderen en Riet Hoogendijk waardoor hij nu zelf voor broodwinning moest gaan zorgen.  In 1919 vestigde Van Blaaderen zich met zijn tweede vrouw in Samois-sur-Seine en in 1921 in Bergen. Hij ontwikkelde een heel eigen stijl, naar zijn grote voorbeeld Paul Cézanne. Een stijl die hij in 1924 op zijn reis naar Sicilië (samen met Leo Gestel) verder ontwikkelde. De schilderijen en tekeningen uit Taormina vallen op door hun kubistische vorm-, kleur- en vlakgebruik, waarmee hij ook veel waardering kreeg. Hij nam enkele malen deel aan de Salon d’Automne in Parijs en de Biënnale in Venetië.  In Douarnenez  maakte hij een reeks imposante schilderijen van de Bretonse vissers.

Débarquement de la pêche, 1928, olieverf op doek, 100,5 x 120,7 cm, particuliere collectie

In Bergen, waar hij naast Charley Toorop en op loopafstand van zijn vrienden Leo Gestel en Jan Ponstijn woonde, maakte hij enkele schilderijen en tekeningen waar de invloed van de Bergense School in zichtbaar is. In 1927 overleed zijn nog jonge, tweede vrouw en was Van Blaaderen steeds minder in staat om werk te maken. Bovendien namen door de crisis begin jaren dertig zijn mecenassen Piet Boendermaker en Wim Selderbeek vrijwel geen werken meer af. Van Blaaderen weigerde principieel in opdracht te werken. Nadat ook nog Leo Gestel in 1929 naar Blaricum verhuisde, vereenzaamde Van Blaaderen. In 1935 stierf hij, straatarm. Hij liet een relatief klein maar rijk oeuvre na van ongeveer 300 schilderijen en 100 werken op papier.

Tekst: Kees van der Geer