Berg, Else

(Ratibor 1877 – 1942 Auschwitz)

Else Berg ziet als dochter van een Joodse sigarenfabrikant het levenslicht in Ratibor, het toenmalige Pruisen, nu Polen. Ze komt uit een welvarend liberaal gezin en volgt een kunstopleiding in Berlijn (ca. 1895-1900), mogelijk bij de schilder Arthur Kampf. Vermoedelijk zijn dit privélessen, vrouwen mochten immers niet aan de academies studeren. In 1908 of 1909 vertrekt ze samen met haar Nederlandse verre neef Samuel Schwarz (1876-1942), tevens kunstschilder, naar Parijs. Hier ontdekt ze het neo-impressionisme, kubisme en fauvisme. Ongeveer een jaar later vestigen ze zich samen in Amsterdam. Hoewel ze altijd op separate adressen ingeschreven staan, treden Schwarz en Berg op 21 april 1920 in het huwelijk. Haar naturalisatie tot Nederlander volgt in 1924. Ze verblijven vaak in Schoorl en Bergen, waar Berg varieert op het Bergense School-expressionisme.

a. Landschap te Mallorca, 1914, olieverf op doek, Centraal Museum Utrecht.

De vele reizen naar het buitenland vormen vaak de opmaat voor een nieuwe thematiek of andere stilistische aanpak in Bergs werk, dat schilderijen, aquarellen, pastellen, houtsneden en tekeningen omvat. Bepalend zijn onder andere de verblijven in Mallorca in 1913 en 1914 met schilder Leo Gestel en zijn vrouw An Overtoom. Gestels kubistische vormentaal en lumineuze kleurvlakken beïnvloeden haar artistieke ontwikkeling sterk (afb. a). Ook andere reizen zijn van invloed. Waar bezoeken aan de streek bij Luik leidden tot werken met mijnwerkers en hun gezinnen in houtskool en zwart krijt, brachten periodes in Limburg meer vreugde, wat naïviteit en blauwgroenen in haar werk. Ook de reizen naar voormalig Joegoslavië zijn van wezenlijk belang. Haar laatste reis in de Balkan is in haar woorden een periode “…die mij in vele opzichten een openbaring was, mij sterker beïnvloed dan voorafgegane reizen…”1. Het mondde uit in werken als Servisch kindje (1931) en Twee vrouwen (1935). [afb. b]. Overige geliefde bestemmingen die haar werk beïnvloedden zijn Frankrijk, Spanje en Italië.

De eerste groepstentoonstelling met werk van Berg is in 1912 in de Kunstzalen Roos te Amsterdam. Vele groepstentoonstellingen volgen, waaronder bij St. Lucas, de Moderne Kunstkring, De Onafhankelijken en het Stedelijk Museum Amsterdam, vaak samen met Schwarz. Internationale groepstentoonstellingen zijn er onder meer in het Grand Palais in Parijs, de Phillips Gallery in Londen en Palais dex Beaux-Arts in Brussel. Daarnaast weet Else Berg zo’n twaalf solotentoonstellingen te organiseren, waarvan drie in haar atelier. De eerste is in 1918 bij kunsthandel Walrecht in Den Haag. Gezien de vele vermiste werken is de exacte omvang van haar oeuvre onbekend. Haar werk varieert van landschappen, portretten, naaktfiguren, boerenleven, dorpsgezichten, voorstellingen van mijnwerkers tot de wereld van circus en kermis. Haar werk vertoont verwantschap met het expressionisme, luminisme, fauvisme en kubisme, esoterie en realisme. Zeveranderde zeer regelmatig van stijl en bleef experimenteren. Waar ze in het begin geabstraheerd en decoratief en later hoekiger werkte, kende ze een ‘mystiek-expressionistische’ fase tussen 1915 en 1920. Daarnaast houden tot begin jaren 1920 afwisselend het katholicisme (zoals in de Madonna met kind, 1915, afb. c), vruchtbaarheid (de serie tekeningen Droombeeld) en esoterie haar bezig (Zittende peuter, ca. 1917). Haar interpretatie van esoterie en spiritualiteit – geliefde thema’s in het begin van de 20e eeuw – is persoonlijk en krachtig: zo combineert ze theosofische symbolen met meer christelijke symbolen, zoals in Zelfportret met blauwe jurk [afb. d]. Net als tijdgenoten geeft ze begin jaren 1920 uitdrukking aan wat leeft onder ‘het volk’, zoals in haar Belgische werk. Hierbij gaat het haar niet zozeer om de ideologie maar om het idioom. Andere werken uit de jaren ’20 zijn een interpretatie van het zakelijk realisme, zoals Zelfportret met penselen (ca. 1924-34) en Zelfportret uit 1925, die gelijkenis vertonen met werk van Charley Toorop uit deze periode. Reizen naar Italië en de Balkan begin jaren ’30 veranderen haar palet, thematiek en schilderstijl wederom. Na 1930 maakt ze (weer) weelderigere, droomachtige voorstellingen waarin ze alledaagse taferelen op een onalledaagse manier verbeeldt. Ondanks de veranderingen in stijl of thematiek behoudt haar werk door de jaren heen iets ‘eigens’.

Berg en Schwarz, ook wel Mommie genoemd (afb. e), hebben een groot netwerk van schilders, architecten en beeldhouwers. Ze maken deel uit van een groep Amsterdamse-Bergense schilders die elkaar goed kennen, vaak op dezelfde plekken werken en stijlelementen, kleurgebruik en thema’s van elkaar overnemen. Dit zijn onder meer Piet Kramer, Charley Toorop en Tine Baanders. Berg is bovendien lid van De Onafhankelijken, de Vereeniging Sint Lucas, de Hollandsche Kunstenaarskring (in 1932 als vicevoorzitter) en de Moderne Kunstkring. Tot 1941 zenden Berg en Schwarz werk in voor de Hollandsche Kunstenaarskring. Na een laatste expositie in dat jaar keert Berg zich echter af van deze vereniging, die zich conformeert aan de bezetter. Tussen 1941 en 1942 duiken zij en Schwarz onder in Baambrugge. Op 12 november 1942 worden ze opgepakt in hun huis aan het Sarphatipark in Amsterdam, waar Berg haar laatste werk maakt: Wintergezicht op Sarphatipark vanuit atelier. Op 16 november volgt hun deportatie via Westerbork naar Auschwitz, waar ze op 19 november de dood vinden.

Het Frans Hals Museum haalt de kunstenares in 1989 uit de vergetelheid met een solotentoonstelling. In 2012 volgt een tentoonstelling over Berg en Schwarz in het Joods Historisch Museum, vergezeld van een uitgebreide dubbelmonografie. Waar Piet Boendermaker destijds belangrijk mecenas en verzamelaar was van hun werk (zo bezat hij ca. 30 werken van Berg), bevindt werk van Berg zich nu onder andere bij het Singer Laren, Stedelijk Museum Alkmaar, het Joods Historisch Museum, het Rijksmuseum, Stedelijk Museum Amsterdam en bij privéverzamelaars.

Auteur: Charlotte Franzen

Noten

1. Willy Leviticus, ‘Nieuwe werken van Else Berg’, Op de hoogte, Juli 1932, p. 203.

Literatuur

Bloemkolk, Jos, ‘Berg en Schwarz veel meer dan schijnhuwelijk’, Parool, 21 maart 2012.

Hoogendonk, Mabel (red.), Else Berg (1877-1942): Schilderijen, aquarellen en tekeningen, Amsterdam 1989.

Horn, Linda, Else Berg en Mommie Schwarz. Kunstenaarspaar in Amsterdam 1910-1942, Wezep 2012.

Lange, Henny de, ‘Schilderspaar in de voorhoede’, Trouw, 16 april 2012.

Leviticus, Willy, ‘Nieuwe werken van Else Berg’, Op de hoogte, Juli 1932, pp. 203-207.

Toor, Aad van, ‘Alsof Else Berg en Mommie Schwarz nooit hebben bestaan’, Reformatorisch Dagblad, 20 april 2020.