Braakensiek, Johan Coenraad

(Amsterdam 1858 - 1940 Amsterdam)

a. Meisje dat verschrikt op een schoolbank is gaan staan (studie voor illustratie voor Johan Kieviet, Uit het leven van Dik Trom), 1889; potlood en O.I.-inkt, 18,5 x 15,5.

Braakensiek werd geboren als zoon van een lithograaf. Omdat hij vanwege een aangeboren doofheid slecht leerde, werd hij op 11-jarige leeftijd van school genomen om patroontekenaar in een textielhandel te worden. Ondertussen kreeg hij tekenles van Jan Baptist Tetar van Elven (1805-1889). In 1873 werd zijn talent opgemerkt door Martin Kalff, redacteur van het Algemeen Handelsblad en een goede klant van Braakensieks vader, die inmiddels mede-eigenaar van een drukkerij was geworden. Kalff zorgde ervoor dat hij naar de Rijksakademie kon gaan. Daarnaast voerde hij af en toe illustratiewerk uit voor het bedrijf van zijn vader en nadat deze in 1876 de drukker van het Geïllustreerd Politienieuws was geworden, werd hij een van de vaste medewerkers van dit sensatieblaadje. In 1885 bedacht hoofdredacteur J. de Koo van het weekblad De Amsterdammer (opgericht in 1877), dat het de verkoop van zijn blad zou bevorderen als, in navolging van andere bladen, in iedere aflevering een politieke spotprent als losse (gelithografeerde) bijlage werd opgenomen. Na enig zoeken naar een geschikte tekenaar werd Braakensiek gevraagd het ook eens te proberen. Zijn eerste pogingen vielen meteen in de smaak en vanaf 1886 zou hij decennialang wekelijks zijn visuele commentaar op de binnen- en buitenlandse politiek geven. Speciaal zijn prenten over de Boerenoorlog in Zuid-Afrika in 1899-1902 hebben hem een enorme bekendheid gegeven. De overgrote meerderheid van de Nederlanders sympathiseerde sterk met de Boeren, die als de underdog in hun strijd tegen het Engelse kolonialisme werden gezien en bovendien als een soort verre (stam)verwanten golden. Braakensiek wist deze sympathie en de daarmee gepaard gaande anti-Engelse gezindheid doeltreffend te verbeelden. Zijn latere prenten zijn – tenminste naar tegenwoordige maatstaven – nogal mild en braaf, zeker in vergelijking met de veel fellere spotprenten van zijn jongere tijdgenoot Albert Hahn, die vanaf 1902 zijn belangrijkste rivaal als politiek tekenaar was. Hahn was veel minder bang om duidelijk stelling te nemen, ook in controversiële kwesties, en gebruikte bovendien een modernere beeldtaal, die veel directer overkwam (en ook nu nog overkomt), dan de vaak nogal gekunstelde allegorieën en personificaties die Braakensiek prefereerde.

b. Portret van P.J. Troelstra, ca. 1920; zwart krijt met witte dekverf gehoogd, 60 x 40.

Naast politieke prenten tekende Braakensiek geregeld portretten van politici en andere bekende Nederlanders voor De Amsterdammer. Tot op hoge leeftijd is hij aan dit blad, dat al gauw vanwege de groene inkt waarmee de voorpagina werd gedrukt in de volksmond tot De Groene werd omgedoopt, verbonden gebleven. Daarnaast schilderde hij en exposeerde zijn werk op dit gebied met enige regelmaat bij Sint Lucas (waarvan hij in 1880 medeoprichter was) en Arti et Amicitiae. Voorts was hij een zeer productief illustrator, zowel van boeken voor volwassenen als voor kinderen. Zo illustreerde hij onder meer de verhalen van destijds geliefde auteurs als Justus van Maurik en Kapitein Marryat, evenals de vele malen herdrukte Geïllustreerde Vaderlandsche Geschiedenis voor jong en oud van P. Louwerse. Waar hij echter nu vooral nog bekend om is zijn de plaatjes bij Johan Kieviets Uit het leven van Dik Trom. Deze verschenen voor het eerst in de tweede druk van 1899 en pas vanaf dit moment werd het boek een doorslaand succes. Het zou tot diep in de 20ste eeuw populair blijven en – zeker mede dankzij Braakensiek – nog vele drukken en diverse vervolgen beleven.

Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.

Copyright afbeeldingen:
ab. JAV Studio’s, Assen