(Nes, Ameland, 1876 – 1966, Wateringen)
Leermeesters
Leendert is nog maar twee jaar oud als zijn moeder overlijdt. Hij groeit op bij zijn grootouders. Zijn grootvader brengt hem op Ameland de liefde voor de natuur, de zee en het geloof bij. Als Leendert elf jaar is hertrouwt zijn vader en het gezin verhuist van Ameland naar Wateringen in het Westland. Daar zal Leendert Scheltema de rest van zijn leven blijven wonen en werken [afb. a]. Op de HBS in Delft krijgt hij tekenlessen van de kunstenaars Albert August Plasschaert en Berend Bongers. Aanvankelijk wordt hij verzekeringsagent, maar hij tekent en schildert liever, en dat leert hij in zijn vrije tijd. Jan Toorop, met wie hij kennis maakt, stimuleert hem te kiezen voor het kunstenaarschap. In 1903 volgt Scheltema Toorop naar Katwijk en in datzelfde jaar heeft hij ook in Nijmegen zijn eerste tentoonstelling. Toorop, met wie hij inmiddels bevriend is, koopt daar Scheltema’s eerste schilderij. Rond 1913 werkt hij op het atelier van Vilmos Huszàr in Voorburg.
Modern kunstenaar
Dankzij de banden met Toorop en Huszàr komt Scheltema ook in contact met de Leidsche Kunstclub De Sphinx, een vernieuwingsbeweging die in 1916 is opgericht door Theo van Doesburg. Deze kunstbeweging zal in 1917 leiden tot De Stijl met Theo van Doesburg, Piet Mondriaan en Vilmos Huszàr als belangrijke vertegenwoordigers. Van Doesburg beschouwde ‘het moderne en opvallende werk van Scheltema’ als behorend tot de avant-garde. Scheltema exposeert in 1917 en 1918 bij De Sphinx, en tussen 1920 en 1925 heeft hij als lid en bestuurslid van De Sphinx de moderne kunstbeweging in Nederland mede vormgegeven.
Hij is gefascineerd door het gebruik van licht en kleur, en schildert landschappen en portretten in een helder kleurenpalet. Veel van zijn werk laat hij ongedateerd. Als leerling van Toorop maakt hij kennis met het impressionisme uit de tweede helft van de negentiende eeuw -van onder andere Van Gogh-, met het pointillisme en het luminisme. Hij is beïnvloed door deze stromingen, maar zijn stijl is meer expressionistisch met een abstracte toets, en soms impressionistisch. Toen Scheltema in 1940 door Pieter Scheen voor diens Lexicon om bijzonderheden over zijn werk werd gevraagd, vulde hij zelf in: ‘Tot een bepaalde school is zijn werk niet te rekenen, evenmin is het met een of ander -isme te benoemen. [….] Het is -kort gezegd- modern werk.’
In 1928 maakt Scheltema met kunstcollega’s van de Delftsche Kunstkring een studiereis naar Bretagne. In 1934 gaat Scheltema naar Parijs, waar hij bij Galerie Zak in een solotentoonstelling 28 werken exposeert [afb. b].
Ameland
Tijdens zijn jaarlijkse zomervakanties (van 1900 tot 1943) bezoekt Scheltema zijn geboorte-eiland Ameland en portretteert daar zijn familie, werklieden, schippers en boeren. Het eiland speelt een belangrijke rol in zijn schildersleven [afb. c]. De Amelander Musea bezitten tientallen schetsboekjes van Scheltema, waarin Ameland en haar bewoners veelvuldig worden afgebeeld. In zijn schetsboekjes komen ook naakten voor, maar voor zover bekend is het bij schetsen gebleven. Op Ameland maakt hij ’s zomers daarnaast vele, altijd zonnige duin- en zeegezichten [afb. d]. De beweeglijkheid van de golven past goed bij zijn losse stijl.
Westland
Het Westland was met zijn pittoreske tuinbouwlandschap, vaarten, bruggetjes, molens en de zee met duinen [afb. e] een soort schilderskolonie voor kunstenaars uit Den Haag en Delft. Scheltema raakt er bevriend met collega’s als Herman Veldhuis, Albert Wijkniet en Charles Masthoff, een neef van Jan Toorop. Het gebied rond het riviertje de Zweth, dichtbij zijn woonhuis in Wateringen, heeft hij vele malen afgebeeld. De wilgen met hun wilde takken lenen zich goed voor zijn expressieve schilderijen [afb. f]. Ook de eenvoud van het dagelijkse leven met schippers en hun schepen, en met boeren en arbeiders spreekt hem aan. Later schildert hij ook de eerste kassen. Ook hier zijn losse toets. Daarnaast maakt Scheltema stillevens, zoals met bloemen en fruit. Lichtvoetiger dan zijn andere werk.
Leendert Scheltema was een gelovig man, maar geen regelmatig kerkganger. Gedurende zijn hele carrière verbeeldt hij religieuze onderwerpen; de Christusfiguur was zijn favoriet. In 1918 zijn enkele religieuze werken in het Haagse Pictura tentoongesteld. De symboliek van Toorops religieuze werk is in zijn werk zichtbaar.
Bekendheid
Scheltema was een beminnelijke, bescheiden man en leidde als vrijgezel een sober leven. Hij hechtte niet aan status en materie maar aan de innerlijke rijkdom van mensen en de schoonheid van objecten. Schilderen was voor hem een roeping. Niettemin stond hij midden in het moderne kunstenaarsleven. Anders dan zijn kunstvrienden heeft Scheltema echter nooit bekendheid gekregen. Maar kunstbroeders waardeerden zijn werk wel degelijk. Toorop schreef: ‘Er is veel moois en zuivers in Scheltema’s werk.’1 En rond 1910 in een brief aan Scheltema: ‘Men begint je werk mooi te vinden. Dat is al veel waard.‘ In het noorden van het land wordt Scheltema geëerd als groot Waddenschilder.
Auteur: Eddy Engelsman
Noten
1. Archief Robert Welsh (NL-HARKD0632), RKD – Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag.
Collecties
In 2021 hield het Westlands Museum in Honselersdijk een overzichtstentoonstelling met ruim 90 werken uit de collecties van Westlands Museum, Historisch Archief Westland (Naaldwijk), Amelander Musea, Cultuurhistorisch Museum Sorgdrager (Hollum, Ameland), Fries Museum (Leeuwarden), Museum Belvédère (Heerenveen), Gemeente Ameland en particulieren.
Literatuur
Maarten van der Schaft, Leendert Scheltema – Expressionist van het Westlandse landschap; van Ameland naar Wateringen, 2021.