Lang, Gerarda Ernestine Augusta de

(Beets 1876 - 1962 Amsterdam)

Gerarda de Lang was de dochter van dominee Herman de Lang uit de Zaanstreek. Zij werd geboren op 28 november 1876 in Beets, een plaats in Noord-Holland [afb. a]. Van 1893 tot 1896 ging zij in Amsterdam naar de Rijksnormaalschool voor Teekenonderwijzers waar zij het diploma Handtekenen behaalde. De school, gevestigd in het Rijksmuseum, bood een driejarige opleiding om tekenles te kunnen geven op een middelbare school. In 1897 volgde zij samen met haar broer Ernst de Lang een Vahâna cursus. Deze cursus werd gegeven in een zaaltje van hotel Americain aan het Leidse plein in Amsterdam en was speciaal voor kunstenaars bedoeld. De theosofe en kunstenares Cato Gruntke (1872-1951) en de architecten Karel de Bazel (1869-1923) en Jan (J.L.M.) Lauweriks (1864-1932) waren de eerste docenten van deze cursus. Er werd geleerd te ontwerpen met gebruikmaking van een geometrisch grondpatroon.

a. Georg Rueter, Tekening van Gerarda Rueter-de Lang, 1909, pastel, 51×57,5 cm. SSK / Drents Museum Assen.

Gerarda ontmoette in Amsterdam Georg Rueter (1875-1966), die in 1894 zijn diploma aan de Rijksnormaalschool had behaald. Zij kende hem van school en vertelde dat zij een kalender had ontworpen en deze graag ergens zou willen laten drukken. Georg nam haar mee naar de drukkerij van zijn vader en zo ontstond er meer dan een vriendschap: op 1 januari 1900 verloofden zij zich. ‘Zij moeten zich toen heel gelukkig gevoeld hebben om op die eerste dag van de nieuwe eeuw samen een nieuw leven te beginnen, boordevol idealen en plannen’, schreef hun zoon later in zijn herinneringen aan zijn geboortehuis Het Koepelhuis. Georg was ’s avonds leraar op de Teekenschool voor Kunstambachten. Overdag hielp hij zijn vader in de drukkerij en schilderde hij portretten. Hij had een eigen woning met atelier in Amsterdam, genaamd ‘Atelier De Gulden Snede’, en was sinds 1898 lid van de kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae.

b. Gerarda Rueter-de Lang, kalender voor 1901 voor ’t Binnenhuis; litho, 44,6 x 25,1; particuliere collectie

Gerarda werd benaderd door ’t Binnenhuis, een firma te Amsterdam in 1900 opgericht, waar werk van kunstenaars en ontwerpers werd aangeboden [afb. b]. De meeste vrouwen die voor ’t Binnenhuis werkten hadden op de Rijksnormaalschool gezeten. Van te voren werd er besproken welke meubels en gebruiksvoorwerpen gemaakt zouden worden.

De onderlinge samenwerking in ’t Binnenhuis liep niet goed en in 1901 stopte zij met het werken voor ’t Binnenhuis. (Dat gold overigens niet alleen voor Gerarda, er was een complete rel waarna veel kunstenaars eruit stapten.) Zij trouwde op 18 april 1901 en Gerarda en Georg gingen aan het Dorpsplein in Sloterdijk wonen. Het huis was niet groot en werd door Georg zelf opgeknapt, behangen met zelfontworpen behangselpapier. Na de geboorte van hun eerste dochter Maria (Pip) in 1902 werd het huis te klein en verhuisde de familie een jaar later naar een grotere, houten woning met koepel aan de Haarlemmertrekvaart. Financieel ging het nu beter, zodat Gerarda en Georg een reis naar Italië konden maken. Er worden nog drie kinderen geboren, Gerarda (Meik) in 1904, Georg (Pam) in 1906 en Freya (Fuuk) in 1907.

c. Gerarda Rueter-de Lang, ex libris, ca. 1923, papier, houtgravure

Georg zorgde voor het inkomen en de tuin, en Gerarda voor de kinderen en het huis. Er golden duidelijke regels in het gezin en er werden uitsluitend esthetisch verantwoorde voorwerpen in huis toegelaten. De kinderen mochten niet zonder toestemming in het atelier komen, moesten altijd met iets nuttigs bezig zijn. Iedere middag, onder theetijd, las Gerarda haar kinderen voor. Wrede en erotisch getinte passages sloeg zij over. In deze periode was er niet veel tijd voor Gerarda om zelf te ontwerpen. Soms hielp zij haar man bij het maken van een kalender en ontwierp zij boekomslagen en ex librissen [afb. c]. Zij hadden een gezamenlijk vignet, de letters GRL ineengevlochten. Gerarda was een bewonderaarster van de Zweedse kunstenaar Carl Larsson (1853-1919) en maakte reizen naar Scandinavië. Scandinavië was naast de Engelse Arts and Crafts Movement een inspiratiebron voor Nederlandse ontwerpers. De eenvoud en de zuiverheid, geënt op volkskunst, spraken velen aan. In 1901 ontwierp Gerarda een boekomslag voor Noorweegsche brieven van Valborg Isaachsen-Dudok van Heel (1868-1932). Voor latere drukken van dit boek verzorgde zij de illustraties samen met haar man. Ter gelegenheid van de aanstaande geboorte van prinses Juliana had Karel de Bazel de opdracht gekregen om een wieg te ontwerpen. Aan zijn vriend Georg Rueter vroeg hij de lakens, het dekentje en de sprei te ontwerpen. Gerarda was betrokken bij dit project: zij maakte een patroontekening voor een geborduurd lakentje en samen met Georg de tekening voor de sprei [afb. d].

d. Gerarda Rueter-de Lang, patroontekening voor een geborduurd lakentje voor de koninklijke wieg, 1909; pen in zwart op calqueerpapier,21,9 x 46,4; Rijkprentenkabinet, Rijksmuseum, Amsterdam.

Gerarda onderhield de contacten met familie en vrienden. Tevens was zij tweede secretaris van het bestuur van de Dagteeken­school en maakte zij deel uit van de Onderwijscommissie. Ze wilde haar taken buitenshuis niet uitbreiden toen haar dat gevraagd werd door De Bazel. Het had wel haar belangstelling maar zij wilde de tijd aan haar gezin besteden. In 1919 moest de familie verhuizen, omdat de eigenaar het huis ging verkopen. Zij bleven wel in Sloterdijk wonen in een oud huis aan dezelfde vaart [afb. e].

Tentoonstellingen waaraan Gerarda deelnam zijn:

  •  1902 – Stedelijk Museum Amsterdam met werken van ex medewerkers van ’t Binnenhuis;
  •  1906 – Jubileumtentoonstelling van der beide museumscholen (Stedelijk Museum);
  •  1909 – Tentoonstelling van Amsterdamsche Handvlijt in Huis School en Werkplaats (Stedelijk Museum);
  •  1912 – Hedendaagsch Kunstnaald-en weefwerk in Rotterdam (Rotterdamsche Kunstkring);
  •  1913 – Tentoonstelling ‘De vrouw 1813-1913’ (Landgoed Meerhuizen Amsteldijk);
  •  1918 – Tentoonstelling georganiseerd door de Zuid-Hollandsche Vereeniging tot Bevordering van Kunstnijverheid en Volkskunst in Rotterdam (Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen).
e. Gerarda Rueter-de Lang, briefhoofd met tekening van het huis in Sloterdijk waar Rueters van 1919 tot 1961 woonden. Universiteitsbibliotheek Amsterdam.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging het leven in huize Rueter gewoon door. Gerarda bood regelmatig onderdak aan verzetsstrijders die een schuilplaats zochten, en Georg kreeg nog steeds portretopdrachten.

Het echtpaar Rueter kon tot 1961 in Sloterdijk blijven wonen; daarna moesten zij verhuizen in verband met stadsuitbreiding. Hun dochters hadden een huis op de Koninginneweg in Amsterdam gevonden, maar het was moeilijk wennen, vooral voor Gerarda. Zij trok zich steeds meer terug en na een kort ziekbed overleed zij op 4 december 1962.

Auteur: Detty Mol

Bronnen

  • RKD-Nederlands Instituut voor Kunstgeschiedenis, Den Haag, Archief Georg Rueter NL-HaRKD.0358
  • Marjan Groot, Vrouwen in de vormgeving 1880-1940, Rotterdam (Uitgeverij 010) 2007
  • Tentoonstellingscatalogus Georg Rueter 1875-1966, red. Jan Jaap Heij, Assen (Drents Museum)/Zwolle (Waanders) 1999
  • Pam G. Rueter, Het Koepelhuis, in eigen beheer uitgegeven voor familie en vrienden ter gelegenheid van zijn 80ste verjaardag, Amsterdam, drukkerij Elco
  • Regionaal Archief Dordrecht, 545 Collectie van bescheiden met betrekking tot de kunstschilder J. Veth, nr. 113115