(Den Haag 1876 - 1923 Domburg)
De expressionistische schilderes Jacoba Berendina van Heemskerck kwam uit een artistiek gezin. Haar vader, Jacob Eduard van Heemskerck van Beest (1828-1894), schilderde voornamelijk zeestukken. Tussen 1893 en 1897 kreeg Jacoba les van de schilder en tekenaar Willem Hamel (1860-1924). Van 1897 tot 1901 studeerde ze aan de Haagse Academie van Beeldende Kunsten. Vanaf 1900 volgde ze lessen bij de Larense kunstenaar en lithograaf Ferdinand Hart Nibbrig (1866-1915). In 1901 verhuisde Van Heemskerck naar Parijs. Hier werkte ze een aantal maanden in het atelier van de symbolistische portretkunstenaar Eugène Carrière (1849-1906). Tussen 1901 en 1904 woonde ze afwisselend in Parijs en Hilversum. Vanaf 1906 verbleef Van Heemskerck, deels vanwege haar gezondheid, in Domburg. Hier logeerde ze bij haar vriendin Marie Tak van Poortvliet (1871-1936). Deze kocht een stuk grond waarop de vriendinnen de villa ‘Loverendale’ lieten bouwen. Hier zouden ze vanaf 1908 elke zomer vele maanden doorbrengen. Tak liet bovendien een atelier bouwen in de tuin van het buitenhuis en kocht een kleine oven voor Jacoba, zodra zij met glas in lood begon te werken. Beide vrouwen hadden veel affiniteit met moderne schilderkunst en antroposofie. Marie verzamelde moderne kunst en bracht als publiciste het werk van haar vriendin en andere moderne kunstenaars onder de aandacht.
In Domburg kreeg Jacoba in 1909 en 1910 les van Piet Mondriaan (1872-1944) en kreeg ze regelmatig advies van Jan Toorop (1827-1928). Het contact met beide kunstenaars droeg bij tot belangrijke veranderingen in haar werk. De invloed van Mondriaan is vanaf 1909 zichtbaar in haar werk dat dan een luministisch karakter heeft. Vanaf 1911 schilderde ze krachtiger en hoekiger, in 1912 werkte ze een tijdje kubistisch. Het jaar 1913 zorgde voor een belangrijke omslag: Jacoba nam deel aan de ‘Erste Deutsche Herbstsalon’ in Berlijn. Hierdoor ontmoette ze Herwarth Walden (1878-1941), organisator van deze tentoonstelling en leider van het tijdschrift Der Sturm en de gelijknamige kunsthandel. Via het echtpaar Walden ontwikkelde ze een groot netwerk en een grote reputatie binnen de Duitse kunstwereld. Naast Toorop en Mondriaan beïnvloedde Henri Le Fauconnier, Georges Braque, Lodewijk Schelfhout en mogelijk Paul Cézanne haar in het begin. Later raakte ze vooral onder de indruk van Wassily Kandinsky, Franz Marc en Marc Chagall.
Het meeste werk van Van Heemskerck behoort tot het expressionisme. Ze wilde de innerlijke wereld tot uiting brengen. Centraal stond het verbeelden van spirituele waarden uit de natuur en het leven. Hiervoor gebruikte ze theosofische en antroposofisch symbolen, zoals de driehoek. Ook andere symbolische onderwerpen kwamen aan bod: zeilschepen, bruggen en bomen zijn in heldere, levendige kleuren en met ferme contouren weergegeven. De vele elementen uit de natuur zijn in mathematische vormen weergegeven: verticale lijnen, halve cirkels en veelhoekige vlakken, die in verhouding tot elkaar het ritme van de voorstelling bepalen.
Jacoba had interesse in de werking van kleuren op het gevoel. Ze haalde hiervoor inspiratie uit de antroposofie van Rudolf Steiner (1861-1925). De schilderes gebruikte veel contrasten: felle versus doffe kleuren, lijn tegenover vlak, horizontaal tegenover verticaal. Een deel van haar werk heeft kubistische eigenschappen. Toch heeft haar werk een eigen karakter: een strakke geometrie maar open, losse en intuïtieve vormen. Het ging haar om de expressie via en lijn en vorm. De vormen zijn sterk geschematiseerd maar de contourlijnen zijn flink geaccentueerd en benadrukken juist de zelfstandigheid van de voorwerpen. Haar latere werk vertoont steeds meer eenvoud, helderheid en abstractie. Zwarte strepen verdelen hier het beeldvlak.
Tot het oeuvre van Van Heemskerck behoort voornamelijk grafiek maar ook schilderijen, tekeningen, glas-in-loodramen en glasmozaïeken. Haar mozaïeken en gekleurde ramen zijn minder bekend maar van hoge kwaliteit en vertonen duidelijk haar esthetische visie: de speling van licht en kleur roept immaterialiteit op. Tijdens haar leven stelde ze regelmatig tentoon in Nederland, in Brussel, bij de Salon des Indépendants in Parijs, Der Sturm in Berlijn en veelal in het Domburgse expositie-milieu. Als lid van het door kunstenaars opgezette ‘Tentoonstellings-Comité’ organiseerde ze hier zelf ook tentoonstellingen. De meeste van haar werken werden naar Berlijn verzonden, waar ze verkocht werden of in de verzameling van Walden bleven. In Nederland haalden twee tentoonstellingen van het Gemeentemuseum in Den Haag (in 19821 en 20052) Van Heemskerck weer wat uit de vergetelheid. Ze kwam daarnaast in 1994 en 2004 naar voren als lid van de Domburgse kunstenaarsgemeenschap in twee tentoonstellingen over deze gemeenschap.3 Haar werk is onder andere te vinden in het Haags Gemeentemuseum, het Stedelijk Museum te Amsterdam en het Museum Boijmans Van Beuningen te Rotterdam. De glas-in-loodramen bevinden zich in het depot van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Auteur: Charlotte Franzen MA
Noten
1. H. Henkels red., Jacoba van Heemskerck, 1876-1923: kunstenares van het expressionisme, tentoonstellingscatalogus Gemeentemuseum, Den Haag 1982.
2. A.H. Huussen jr. en J.F.A. van Paaschen-Louwerse, Jacoba van Heemskerck 1876-1923. Schilderes uit roeping, Zwolle 2005.
3. Ineke Spaander en Paul van der Velde (red.), Reünie op ’t Duin. Mondriaan en tijdgenoten in Zeeland, Middelburg (Zeeuws Museum)/ Zwolle 1994. Francisca van Vloten, Moen. Tussen Toorop en Mondriaan. De kunstenares Mies Elout-Drabbe 1875-1956, Vlissingen 2004.
Literatuur
- Wichman, E., in: Geïllustreerd Maandschrift 10 (januari 1914), 14.
- Loosjes-Terpstra, A.B., Moderne kunst in Nederland: 1900-1914, Utrecht 1915, 176-182.
- Huebner, F.M., Moderne Kunst in den Privatsammlungen Europas, 1: Holland (Leipzig 1921).
- Tak van Poortvliet, M., ‘Jacoba van Heemskerck’, in:Jacoba van Heemskerck. Sturm-Bilderbuch, 7 (Berlijn 1924) 6-17.
- Walden, N. en L. Schreyer, Der Sturm. Ein Erinnerungsbuch an Herwarth Walden und die Künstler aus dem Sturmkreis (Baden-Baden 1954).
- Oxenaar, R., ‘Jacoba van Heemskerck 1876-1923’, Mededelingen van de Dienst voor Schone Kunsten der Gemeente ‘s-Gravenhage9 (1954) 72-79.
- Loosjes-Terpstra, A.B., Moderne kunst in Nederland, 1900-1914 (Utrecht 1959) 176-182.
- Borgers, G., Paul van Ostaijen. Een documentatie, dl. 1 (Den Haag 1971).
- Spaander, I., ‘9 biografieën. Jacoba van Heemskerck’, Museumjournaal 17 (1972) 285-287.
- Zeylmans, E, Willem Zeylmans van Emmichoven. Ein Pionier der Anthroposophie(Arlesheim 1979).
- Henkels, H., red., Jacoba van Heemskerck, 1876-1923. Eine expressionistische Künstlerin. Tentoonstellingscatalogus Haags Gemeentemuseum (Den Haag 1982).
- Huussen jr., A.H., Een vergeten schilder en zijn dochter: Eduard van Heemskerck van Beest (1828-1894) en zijn dochter Jacoba van Heemskerck (1876-1923); Reacties op het werk van Jacoba van Heemskerck 1924-2004 (Cahiers uit het Noorden I en II; Haren 2004).
- Huussen jr., A.H. en J.F.A. van Paaschen-Louwerse,Jacoba van Heemskerck 1876-1923. Schilderes uit roeping (Zwolle 2005).
- Brieven van Jacoba van Heemskerck en Marie Tak van Poortvliet aan Herwarth en Nell Walden en anderen 1911-1923, A.H. Huussen jr. ed. (Cahiers uit het Noorden X; Haren 2006).
- Vloten, Francisca van en Joost Bakker, Een tere stilte en een sterk geluid. Domburgse dames en Veerse joffers(Deventer 2009).
- Vloten, Francisca van e.a., Nieuw licht! Jan Toorop en de Domburgsche tentoonstellingen 1911-1921(Deventer 2011).
- Klarenbeek, Hanna, Penseelprinsessen & broodschilderessen. Vrouwen in de beeldende kunst, 1808-1913 (Amsterdam 2012) 64, 125-126, 130.
- Rijn, Maaike van, ‘“Ich arbeite viel und denke viel über Portraits nach”. Jacoba van Heemskerck und andere Künstlerinnen beim Sturm’, in: Andrea von Hülsen-Esch en Gerhard Finckh red, Der Sturm, Zentrum der Avantgarde, deel 2: Aufsätze (Wuppertal 2012) 343-358.
- Der Sturm. Zentrum der Avantgarde. Catalogus Von der Heydt-Museum (Wuppertal 2012).
- Rijn, Maaike Moniek van, Bildende Künstlerinnen im Berliner ‘Sturm’ der 1910er Jahre(Tübingen 2013) [proefschrift].
- Spaander, Ineke en Paul van der Velde (red.), Reünie op ’t Duin. Mondriaan en tijdgenoten in Zeeland, Zeeuws Museum. (Zwolle 1994).
- Vloten, Francisca van, Tussen Toorop en Mondriaan. De Kunstenares Mies Elout-Drabbe: 1875-1956 (Vlissingen 2004).