Bremmer, Rudolf

(Den Haag 1900 - 1993 Laren)

a. Rudolf Bremmer, Geranium voor venster, 1942, olieverf op doek, 60 x 52 cm, verblijfplaats onbekend

‘De pijnlijk gestolde werkelijkheid van Rudolf Bremmer’, zo verwoordde Hildelies Balk zijn stijl treffend.[i] Rudolf Bremmer werd in 1900 geboren als zoon van ‘kunstpaus’ H.P. Bremmer. Deze familieband moet zowel inspirerend als intimiderend zijn geweest. De perfectionistische Bremmer ontwikkelde als autodidact een herkenbare, doorwerkte stijl, waarmee hij zowel mensen als voorwerpen ‘beaderd’ weergaf. Het lijkt alsof hij met potlood of penseel de huid en de lagen daaronder probeerde af te tasten om uiteindelijk bij het binnenste terecht te komen, met als resultaat een verinnerlijkte weergave van alledaagse onderwerpen.

Door de nadruk op details en de vele priegelige lijntjes was hij meer een tekenaar dan een schilder; ook zijn schilderijen kenmerken zich door een dergelijke aanpak. Landschappen en dieren doen daardoor vaak wat houterig en statisch aan. Voor de weergave van bloemen, zoals Geranium voor venster, leent zijn stijl zich beter [afb. a]. De plant lijkt door de studieuze aanpak bezieling te krijgen, terwijl de vitrage in de voorgrond bijna tastbaar is. De wesp rechts onderin maakt de voorstelling levendig. Dat Bremmers stillevens tot zijn beste werken behoren is niet verwonderlijk; zijn vader hamerde bij zijn volgelingen eindeloos op het tekenen en schilderen van stillevens, ter oefening.

b. Rudolf Bremmer, Stilleven met boek en zandloper, 1919, potlood op papier, 300 x 475 mm, verblijfplaats onbekend

‘Van jongsaf werd bij elk kind gespeurd naar een bijzondere aanleg, bij voorkeur in kunstzinnige richting. Hun omgeving bood daartoe veel mogelijkheden door de contacten met kunstenaars en verzamelaars. Zo tekende Van der Leck een kat speciaal voor Rudolf.’[ii] Rudolf Bremmer groeide op met kunst. Op zondagavond kwamen vrienden en kunstenaars op bezoek bij het gezin Bremmer en werd er gepraat en naar kunst gekeken. Rudolf was daar vaak bij. Dat hij zich in de kringen van zijn vader bewoog is duidelijk te zien aan de portretten die hij tekende: van kunstenaars als Bart van der Leck en Lambertus Zijl, maar ook van cursisten als Griettie Smith-van Stolk. Kunstenaars uit de invloedsfeer van H.P. Bremmer werden de ‘School Bremmer’, ‘Bremmerieden’ of ‘Bremmerianen’ genoemd. Rudolf maakte hier deel van uit, samen met onder anderen Jaap Nieweg, Dirk Nijland, Theo Hekker en Jan Adam Zandleven.

c. Rudolf Bremmer, H.P. Bremmer in zijn werkkamer, 1955, olieverf op doek, 86 x 74 cm, part. coll.

In het najaar van 1919 werkte Rudolf enige tijd in het atelier van Zandleven in Rhenen.[iii] Op diens advies ging hij met kwart krijt werken. Door de daarmee aangezette contourlijnen werden zijn eerder nog fragiele tekeningen steviger. In een stilleven met boek en zandloper uit datzelfde jaar is het doorwerkte karakter nog niet zo nadrukkelijk aanwezig, al valt een bijzondere aandacht voor iedere afzonderlijke pagina in de weergave van het boek op [afb. b]. Een portret van zijn vader in zijn werkkamer [afb. c] laat decennia later een uitzonderlijke aandacht zien voor elk detail. De beelden in de achtergrond krijgen zo evenveel nadruk als de pijprokende geportretteerde.

Met uitzondering van een verblijf van zeven maanden in Parijs (1927-1928) woonde Bremmer voornamelijk in de omgeving van Den Haag. Hij werkte daar bijna het hele jaar door buiten, nauwkeurig de natuur bestuderend. In zijn atelier haalde de kunstenaar deze studies keer op keer opnieuw tevoorschijn, om vervolgens het onderwerp toch nog eens in het echt te gaan bekijken; een tijdrovende werkwijze. Een werk was dan ook niet snel ‘af’ of goed genoeg; hij kon er vele jaren later nog aan doorwerken. Zo schreef Balk over Rudolf Bremmer: ‘Hij lijkt het ernstig werken dat zijn vader voorschreef, zo zwaar op te hebben genomen dat hij de grootste moeite had om een schilderij af te maken. Vijftien jaar werken aan een schilderij was bij hem niet ongebruikelijk.’[iv]

d. Rudolf Bremmer, Groentestilleven, 1940, olieverf op doek, 49 x 70 cm, huidige verblijfplaats onbekend
e. Rudolf Bremmer, Breistertje, 1951, olieverf op doek, 70 x 80 cm, huidige verblijfplaats onbekend

Net als collega-Bremmeriaan Theo Hekker werd Rudolf Bremmer gekenschetst als een van ‘die stillen in den lande, wier voortbrengselen meestal rechtstreeks van de ezel naar de liefhebber worden verkocht zonder tussenkomst van derden’.[v] Om die reden heeft Bremmer relatief weinig geëxposeerd, al was zijn werk vanaf de vroege jaren twintig zo nu en dan te zien bij kunsthandels en viel hem in 1971 een tentoonstelling in het Haags Gemeentemuseum (nu: Gemeentemuseum Den Haag) ten deel. Het maakt ook dat zijn werk zich veelal in onbekende particuliere collecties bevindt en weinig bekendheid heeft gegenereerd. Verder bevindt zich werk van deze kunstenaar in het Rijksmuseum en in het Kröller-Müller Museum te Otterlo.

Auteur: Merel van den Nieuwenhof

Noten
[i] Hildelies Balk, De kunstpaus: H.P. Bremmer 1871-1956, Bussum 2006, p. 275.

[ii] Balk, De kunstpaus, p. 78.

[iii] G. Oosterholt, Rudolf Bremmer, Leiden 1978, p. 10. In dezelfde periode boetseerde Rudolfs zus Willy in het atelier van beeldhouwer Altorf.

[iv] Balk, De kunstpaus, p. 316.

[v] Oosterholt, Rudolf Bremmer, p. 5.