St. Lukas, NV Kunstaardewerkfabriek

(Utrecht 1909 - 1932 Maarssen)

a. Twee vaasjes met lusterglazuur (de modellen vermoedelijk ontworpen door C.J. Begeer; het decor door J.C. Heytze), ca. 11915; hoogte 19,5 x 18.

St. Lukas dankt zijn oprichting aan het ontslag van Gerardus Offermans bij De Porceleyne Fles in 1898. Offermans had in Delft als technisch directeur een belangrijk aandeel gehad in de ontwikkeling van glazuren met een sterke metaalachtige glans en hij nam deze kennis bij zijn vertrek mee. Na enige omzwervingen, o.a. via de ceramiekfabriek ‘Haga’ in Purmerend, vestigde hij zich in 1908 in Utrecht. Hier richtte hij in 1909 St. Lukas op, samen met de zakenman A. Enthoven, en met financiële steun van de familie Begeer, eigenaars van de bekende gelijknamige Utrechtse zilverfabriek. In Utrecht zette Offermans zijn experimenten met metaalglans-glazuren voort en ontwikkelde een procédé waarmee hij een nog helderder glans bereikte dan bij De Porceleyne Fles. De productie omvatte aanvankelijk voornamelijk sieraardewerk met decors van gestileerde planten en dieren naar ontwerp van Offermans zelf, terwijl Carel Begeer een aantal modellen ontwierp, evenals enkele beeldjes. Verder werden er tegels gemaakt, naar ontwerp van de beeldhouwer Rien Hack (1871-1939). Het St. Lukas-aardewerk vond al snel gretig aftrek, zodat de fabriek in 1911 moest worden uitgebreid. In 1914 overleed Offermans plotseling, waarna J.C. Heytze (1873-1943), die eerder o.a. bij Rozenburg had gewerkt, de belangrijkste ontwerper werd. De decors werden daarna langzamerhand soberder en abstracter, totdat uiteindelijk alleen nog de prachtige kleuren van het glazuur met zijn karakteristieke ‘changeant’-effecten als versiering dienden. Met dit aardewerk heeft Sint Lukas zich een geheel eigen plaats veroverd in de Nederlandse ceramiek uit de eerste decennia van de 20ste eeuw.
Ondanks de hoge artistieke kwaliteit van de producten maakte St. Lukas niet veel winst en na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog ging het snel bergafwaarts. In 1923 werd het bedrijf geliquideerd en de bezittingen verkocht aan Heytze en diens collega A. Seinstra (1877-1935), welke laatste al sinds 1909 als schilder bij St. Lukas werkte. Zij zetten de fabriek onder dezelfde naam voort, maar konden het financieel evenmin bolwerken. In 1927 verkochten ze het bedrijf aan een groep investeerders, die het in afgeslankte vorm overbracht naar Maarssen. Daar werd echter geen aardewerk met dure metaalglans-glazuren meer geproduceerd. De economische crisis van 1929 gaf tenslotte de genadeslag en in 1932 ging het bedrijf definitief dicht.

Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.

Copyright afbeeldingen:
a. JAV Studio’s, Assen
bc. Fotodienst Provincie Drenthe