Luns, Hubert Marie (Huib)

(Parijs 1881 - 1942 Amsterdam)

a. Portret van J.H. van Mastenbroek, ca. 1915; olieverf op doek, 87 x 112 (langdurig bruikleen ICN).

Luns, wiens vader voor een in- en exportfirma werkte, bracht vanaf 1889 zijn jeugd in Amsterdam door, waar hij na de HBS te hebben doorlopen enige tijd tekenles kreeg op de Hendrik de Keyserschool. Daarna bezocht hij de Rijksnormaalschool en behaalde in 1899 zijn MO-akte. Vervolgens volgde hij een jaar de avondcursus van de Rijksakademie, waar hij bevriend raakte met Jan Sluijters. In 1902 trok hij naar Brussel, waar hij bijna een half jaar op het atelier van de beeldhouwer Charles van der Stappen werkte, en ging vervolgens voor enige maanden naar Parijs. In 1903 keerde hij terug naar Amsterdam en werd er lid van Arti et Amicitiae. Hij kreeg dat jaar een Koninklijke Subsidie (evenals in 1904 en 1905) en in 1904 ook nog een prijs uit het Willink van Collenfonds voor een portret van Van der Stappen. Hierdoor aangemoedigd dong hij in 1904 mee naar de Prix de Rome, die echter door Sluijters werd gewonnen. Na met wisselend succes getracht te hebben als portretschilder zijn brood te verdienen, solliciteerde hij in 1908 naar het docentschap in de decoratieve kunst aan de Rotterdamse academie. Hij werd hier aangenomen, als opvolger van Adolf le Comte, en bleek een inspirerend docent te zijn. Voorts ontpopte hij zich er als een efficiënt organisator en vanwege die laatste kwaliteiten werd hij 1917 tot directeur van de Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten in Den Bosch benoemd. Hij kreeg hier als speciale opdracht de school te reorganiseren tot een modern, aan de nieuwe tijd aangepast opleidingsinstituut en slaagde erin dit zonder al te veel strubbelingen voor elkaar te krijgen (waarna de instelling werd omgedoopt tot Koninklijke School voor Kunst, Techniek en Ambacht). Vanwege dit goede resultaat werd hij in 1922 aangezocht om directeur van de Rijksnormaalschool te worden en deze met de Rijksschool voor Kunstnijverheid te laten fuseren. Ook dit wist hij vrij snel voor elkaar te krijgen, al moest hij hier wel wat meer weerstand overwinnen, en in 1923 ging het nieuwe ‘Rijksinstituut voor de Opleiding van Teekenleraren’ onder zijn leiding van start. Na enige jaren hield hij het op dit instituut ook weer gezien en daarom werd hij in 1931 hoogleraar handtekenen en kunstgeschiedenis aan de Technische Hogeschool in Delft. Ook binnen de kunstenaarswereld was hij zeer actief. Behalve van Arti was hij lid van o.a. Sint Lucas, Pulchri Studio, de Rotterdamsche Kunstkring en de Vereeniging tot Bevordering der Grafische Kunst en hij heeft verscheiden bestuursfuncties en adviseurschappen bekleed. In 1934 werd hij tot voorzitter van Arti gekozen en onder zijn leiding werd het 100-jarig bestaan in 1939 feestelijk gevierd. Aan de inschikkelijkheid waarmee de vereniging na de bezetting op de bevelen van de Duitsers reageerde, heeft hij zich echter niet lang meer hoeven ergeren. Eind 1940 openbaarde zich een ernstige ziekte bij hem, waaraan hij ruim een jaar later overleed.

b. Liggend naakt, 1925; zwart krijt en aquarel, 35,5 50.

Ondanks zijn drukke werkzaamheden als docent, organistor en bestuurder, heeft Luns een omvangrijk en gevarieerd oeuvre weten op te bouwen. In een kleurige, elegante stijl heeft hij vele schilderijen en tekeningen gemaakt, terwijl hij tevens enkele tientallen prenten – voornamelijk houtsneden en litho’s (vaak in kleur) – heeft vervaardigd. Zijn onderwerpskeuze liep daarbij uiteen van religieuze, historische en symbolische voorstellingen, via naakten en portretten, tot landschappen en stadsgezichten. Daarnaast heeft hij wandschilderingen gemaakt in o.a. concertgebouw ‘de Vereeniging’ (1916/17) en Museum Kam (1922), beide in Nijmegen, en glas-in-lood-ramen in de warenhuizen van Vroom & Dreesmann in Nijmegen (1924) en Den Bosch (1931). De ramen in Nijmegen zijn helaas in de oorlog verwoest, die in Den Bosch (die taferelen uit de geschiedenis van de stad weergeven) zijn gelukkig bewaard gebleven, al zitten ze niet meer op hun oorspronkelijke plek; na een restauratie zijn ze in 1994 aangebracht in het gebouw van de Hogeschool ‘s-Hertogenbosch. Verder heeft hij affiches vervaardigd, boeken geïllustreerd, penningen gemodelleerd en beeldhouwwerk ontworpen, onder meer voor het Monument voor de Franse Vluchtelingen, dat werd uitgevoerd door Charles Vos (1888-1954) en in 1926 in Maastricht werd geplaatst.
Toch is Luns tegenwoordig bekender door zijn publicaties over de kunst van anderen dan door zijn eigen beeldende werk. Naast vele artikelen in allerlei bladen heeft hij een serie gidsen van belangrijke kunststeden geschreven (Tien wandelingen in …) en enige zeer lezenswaardige boeken, waarvan het laatste, Holland Schildert uit 1941, een overzicht van de schilderkunst van zijn tijd geeft dat nog steeds zeer bruikbaar is.

Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.

Copyright afbeeldingen:
a. JAV Studio’s, Assen
b. Fotodienst Provincie Drenthe