Jurres, Johannes Hendricus

(Leeuwarden 1875 - 1946 Amsterdam)

a. Gekruisigde leeuwen (naar de roman Salammbo van Gustave Flaubert), 1935; olieverf op doek, 89 x 77.

Jurres kreeg zijn eerste tekenlessen op de HBS in Leeuwarden en volgde daarna in Amsterdam de Rijksschool voor Kunstnijverheid (1890-94) en de avondcursus van de Rijksakademie, waar hij o.a. les kreeg van C. Dake. Deze zag veel in Jurres en toen hij bemerkte dat zijn leerling, die vanwege familieomstandigheden geen toelage van zijn vader meer kreeg, als schilder van tegeltableaus in zijn levensonderhoud moest voorzien, hielp hij hem aan enkele opdrachten voor illustraties. Zo leverde Jurres af en toe tekeningen aan het tijdschrift Woord en Beeld en illustreerde een Nederlandse vertaling van Don Quichotte van Cervantes, met welk laatste project hij al enigszins de aandacht op zich vestigde.

In 1901 maakte Jurres, samen met zijn studievriend Chris Hammes, een reis van enige maanden door Spanje, die veel indruk maakte. Na zijn terugkeer ging hij zich nu vrijwel geheel op het schilderen toeleggen. Als onderwerpen koos hij echter niet de toen gebruikelijke landschappen en genretaferelen, maar bijbelse en historische scènes en taferelen uit de literatuur (o.a. weer uit Don Quichotte), waarbij hij een zekere voorkeur voor morbide thema’s aan de dag legde. Ook al werden dit soort onderwerpen in deze tijd door velen als ouderwets en achterhaald gezien, de zwierigheid waarmee hij ze op zijn vaak forse doeken weergaf, zijn virtuoze penseelvoering en zijn harmonieuze, warme koloriet, dat tijdgenoten vaak aan het werk van Delacroix deed denken, leverden hem al gauw veel waardering op en bezorgden hem diverse onderscheidingen op belangrijke tentoonstellingen, zowel in binnen- als buitenland.

b. De barmhartige Samaritaan, jaren ’20; zwart krijt en aquarel, 59,5 x 44,5.

In 1918 werd Jurres benoemd tot hoogleraar aan de Rijksakademie, als opvolger van Dake. Hij was nu een prominente figuur in de Amsterdamse kunstwereld en vervulde meerdere malen bestuurs- en andere functies bij Arti et Amicitiae, waarvan hij sinds 1898 gewoon en sinds 1904 stemhebbend lid was. Hij bleef ondertussen geregeld en met succes exposeren en kreeg nog diverse onderscheidingen, waaronder gouden medailles in 1924 op de ‘Salon des Artistes Français’ te Parijs (voor het schilderij Uitval uit Carthago) en in 1937 op de Wereldtentoonstelling in diezelfde stad (voor het schilderij Gekruisigde Leeuwen). Na zijn dood raakte Jurres, die gezien zijn onderwerpskeuze altijd enigszins een eenling in de Nederlandse schilderkunst van zijn tijd was, vrij snel vergeten, maar de laatste jaren is de belangstelling voor zijn werk weer aan het stijgen, evenals de prijzen die er op veilingen voor worden geboden.

Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.

Copyright afbeeldingen:
a. Fotodienst Provincie Drenthe
b. JAV Studio’s, Assen