Hartz, Louis Jacob (Louis)

(Amsterdam 1869 - 1935 Heemstede)

a. Zelfportret, ca. 1920/25; olieverf op doek, 41 x 27.

Hartz liet al heel jong van een groot talent blijken en daarom liet zijn vader, die handelaar op de beurs was, hem meteen na de lagere school naar de Rijksakademie gaan. Nadat hij zijn opleiding aan dit instituut in 1886 voltooid had, voelde hij zich echter nog te jong om zich meteen als volwaardig kunstenaar te manifesteren en hij liet zich daarom eerst wat bijscholen door Maurits van der Valk, Jan Voerman sr. en zijn neef Meijer Isaac de Haan (1852-1895). Daarna maakte hij enkele lange reizen naar het buitenland, waarbij hij o.a. in België, Frankrijk, Italië, Tunesië en Egypte werkte. Omdat hij financieel onafhankelijk was, deed hij niet veel moeite om zijn werk onder de aandacht van anderen te brengen en hij werd voorlopig geen lid van een kunstenaarsvereniging. Slechts af en toe liet hij zijn werk zien, onder meer in 1909 bij ‘Voor de Kunst’ in Utrecht, in 1911 in het Stedelijk Museum te Amsterdam, waar hij samen met Van der Valk en Samuel Jessurun de Mesquita (ook een goede vriend) exposeerde, en in 1917 bij Kunstzaal Kleykamp in Den Haag. Toch werd zijn werk geregeld door critici opgemerkt, waarbij vooral zijn vissers- en strandtaferelen – hij schilderde graag aan de kust – veel waardering oogstten, met name vanwege zijn vlotte, maar altijd zeer beheerste techniek en zijn heldere, harmonieuze koloriet.

b. Portret van de pianiste en componiste Henriètte Bosmans, ca. 1930/35; olieverf op doek, 81 x 60.

Inmiddels woonde Hartz sinds 1910 in Leiden, waar hij zich op het schilderen van portretten was gaan toeleggen. Vanuit Leiden bleef hij echter ook nog steeds geregeld aan het strand werken, bij voorkeur in Katwijk, waar hij zelfs een apart atelier had ingericht. Nadat dit in 1920 door brand was verwoest, verhuisde hij naar Heemstede en pas toen werd hij voor het eerst lid van een tweetal verenigingen: Arti et Amicitiae en het Haarlemse ‘Kunst zij ons Doel’. Er is helaas niet zoveel over van Hartz’ oeuvre; veel vroeg werk is verloren gegaan bij de brand in zijn Katwijkse atelier en van zijn latere werk is er veel door de Duitsers in de oorlog geroofd omdat hij jood was.

Dit artikel (van de hand van Jan Jaap Heij) is met toestemming van de rechthebbenden (Drents Museum en uitgever WBOOKS BV) ontleend aan het boek 'Vernieuwing & Bezinning' dat niet meer zal worden herdrukt.

Copyright afbeeldingen:
a. JAV Studio’s, Assen
b. Fotodienst Provincie Drenthe